Centrale Raad van Beroep, 01-05-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:901, 22/2878 WAJONG (2024)

Home

Centrale Raad van Beroep, 01-05-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:901, 22/2878 WAJONG

Gegevens

Instantie
Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak
1 mei 2024
Datum publicatie
15 mei 2024
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2024:901
Zaaknummer
22/2878 WAJONG

Inhoudsindicatie

Weigering Wajong-uitkering. Zorgvuldig medisch en arbeidskundig onderzoek. Laattijdige aanvraag. De rechtbank heeft terecht het Uwv gevolgd in zijn standpunt dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt is en om die reden niet als jonggehandicapte is aan te merken.

Uitspraak

22/2878 WAJONG

Datum uitspraak: 1 mei 2024

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van

22 juli 2022, 21/4688 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Het gaat in deze zaak over de vraag of het Uwv terecht heeft geweigerd appellante een uitkering op grond van de Wajong toe te kennen. Volgens appellante beschikte zij duurzaam niet over arbeidsvermogen en had zij om die reden als jonggehandicapte moeten worden aangemerkt. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat het Uwv terecht heeft geweigerd appellante een Wajong-uitkering toe te kennen.

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. C. de Blaeij, advocaat, hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingediend. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 7 februari 2024. Namens appellante is verschenen, mr. De Blaeij en de vader van appellante, [naam vader]. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door A.M.M. Schalkwijk.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellante, geboren op [geboortedatum] 1991, heeft met een door het Uwv op

21 september 2020 ontvangen formulier een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Het Uwv heeft vervolgens een verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek verricht, waarna geconcludeerd is dat appellante arbeidsvermogen heeft. Met een besluit van 5 februari 2021 heeft het Uwv vervolgens geweigerd appellante een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat zij over arbeidsvermogen beschikt.

1.2.

Bij besluit van 15 oktober 2021 (bestreden besluit) heeft het Uwv het hiertegen door appellante gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Hieraan liggen rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. Daarbij heeft de rechtbank het volgende overwogen.

Datum in geding

2.1.1.

Appellante is op [geboortedatum] 2009 achttien jaar geworden. Haar gezondheidsklachten komen vanaf 2011 duidelijk naar voren en in 2014 wordt voor het eerst een diagnose (Hashimoto) gesteld. In de zomer van 2014 is appellante afgestudeerd. Uit het dossier is verder gebleken dat in 2017 een verslechtering heeft plaatsgevonden. Appellante heeft in 2020 een laattijdige Wajongaanvraag gedaan. Partijen verschillen van mening over de vraag welke datum in geding nu van toepassing is. Het Uwv heeft gevonden dat de datum in geding in 2014 (einde van de studie) ligt, of anders uiterlijk 2016 (vijf jaar na het ontstaan van de klachten). Appellante heeft gevonden dat de datum in geding in 2019 (vijf jaar na de eerste diagnose) ligt en dat dus de verslechtering in 2017 moet worden meegewogen.

2.1.2.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de precieze datum in geding in dit geval echter

niet relevant is. Uit de rapporten van de primaire verzekeringsarts en de verzekeringsarts

bezwaar en beroep is namelijk gebleken dat zij voor hun beoordeling hebben gekeken naar de situatie van appellante op het moment van het spreekuur van de primaire verzekeringsarts in december 2020. Uit de beschikbare (medische) informatie is gebleken dat de gezondheid van appellante tussen de mogelijke data in geding en het spreekuur van de primaire verzekeringsarts niet is verbeterd, maar eerder is verslechterd. De klachten en beperkingen

van appellante waren dus op het feitelijke beoordelingsmoment niet minder ernstig dan op de mogelijke data in geding. Het gehanteerde beoordelingsmoment kan daarom niet tot een

onderschatting van de klachten en beperkingen van appellante hebben geleid.

De medische beoordeling

2.2.1.

Bij de beoordeling heeft de rechtbank voorop gesteld dat het voor iedereen duidelijk is dat appellante ernstige (vermoeidheids)klachten heeft. Die vermoeidheidsklachten waren al ernstig tijdens de beoordeling door de verzekeringsartsen. Uit de dagboeken van appellante is gebleken dat de klachten sindsdien fors zijn verergerd en dat is op de zitting ook erkend. Die toename van klachten maakt de beoordeling lastiger. De uitslagen van het onderzoek door het CVS/ME Medisch Centrum (vastgelegd in het rapport van 8 maart 2022) zijn daardoor niet één op één over te zetten naar het eerdere beoordelingsmoment (december 2020) dat het uitgangspunt heeft gevormd voor de beoordeling door de verzekeringsartsen.

2.2.2.

Uit het rapport van de primaire verzekeringsarts is gebleken dat tijdens het spreekuur is

uitgevraagd en onderzocht welke klachten appellante op dat moment ervaart. Er is ook gekeken naar de beschikbare medische informatie. De vermoeidheidsklachten, inspanningsklachten en POTS-klachten van appellante zijn onderkend en zijn door de verzekeringsartsen als uitgangspunt genomen. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat de verzekeringsartsen bij het beoordelen van het arbeidsvermogen onvoldoende rekening hebben gehouden met de klachten van appellante. Er is een urenbeperking van vier uur per dag aangenomen en er is ook rekening gehouden met het beperken van stress en fysieke belasting. Dat aan die klachten achteraf een andere diagnose verbonden is betekent nog niet dat de klachten niet voldoende serieus genomen zijn. De verzekeringsartsen hebben geconcludeerd dat appellante ten minste vier uur per dag belastbaar is en dat zij ten minste één uur aaneengesloten kan werken. Die beoordeling is de specifieke expertise van verzekeringsartsen en de rechtbank heeft in wat appellante heeft aangevoerd geen reden gezien aan dat medisch oordeel te twijfelen.

2.2.3.

Het Uwv heeft op basis van de rapporten van de verzekeringsartsen er van mogen uitgaan dat appellante arbeidsvermogen heeft. Het Uwv heeft daarom terecht beslist dat appellante geen recht heeft op een Wajong-uitkering.

Het standpunt van appellante

3.1.

Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Appellante heeft tegen de uitspraak aangevoerd dat de rechtbank onvoldoende gemotiveerd heeft waarom het standpunt van de verzekeringsartsen moet worden gevolgd. De informatie van cardioloog F.C. Visser en arts H. Pekelharing, waarbij onderscheidenlijk de diagnose CVS/ME is gesteld en bevestigd wordt dat aan de criteria voor CVS/ME is voldaan, is door de verzekeringsartsen ten onrechte niet betrokken bij het vaststellen van de beperkingen en belastbaarheid. Evenmin is door de verzekeringsarts bezwaar en beroep gebruik gemaakt van het ‘verzekeringsgeneeskundig protocol Chronische vermoeidheidssyndroom’, de ‘multidisciplinaire richtlijn CVS’ en het advies van de Gezondheidsraad CVS/ME uit 2018. Appellante is van mening dat zij geen arbeidsvermogen heeft en dat die situatie duurzaam is. Appellante heeft filmbeelden overgelegd, waaruit blijkt van een verslechterde medische gezondheidstoestand.

Het standpunt van het Uwv

3.2.

Het Uwv heeft verzocht de aangevallen uitspraak te bevestigen.

Het oordeel van de Raad

Conclusie en gevolgen

BESLISSING

Bijlage

Centrale Raad van Beroep, 01-05-2024, ECLI:NL:CRVB:2024:901, 22/2878 WAJONG (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Rubie Ullrich

Last Updated:

Views: 6240

Rating: 4.1 / 5 (72 voted)

Reviews: 95% of readers found this page helpful

Author information

Name: Rubie Ullrich

Birthday: 1998-02-02

Address: 743 Stoltenberg Center, Genovevaville, NJ 59925-3119

Phone: +2202978377583

Job: Administration Engineer

Hobby: Surfing, Sailing, Listening to music, Web surfing, Kitesurfing, Geocaching, Backpacking

Introduction: My name is Rubie Ullrich, I am a enthusiastic, perfect, tender, vivacious, talented, famous, delightful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.